Ik ben niet zo’n held met harde wind en golven. Het liefste vaar ik op een zonnige dag met weinig wind. Over het algemeen kunnen wij dan ook prima varen met onze Doerak 650 op de Randmeren, behalve bij een windkracht boven de 6. De oversteek van Almere naar Naarden wordt dan al een hele klus, voor het bootje en voor mijn zenuwen. Ik hijs iedereen in zwemvest en wil ze bovendeks kunnen zien. Deze zomer was wat dat betreft wel een uitdaging. Tijdens die vette zomerstorm lagen we natuurlijk in rustiger water, maar erg prettig is het niet naast een grote populier die gevaarlijk heen en weer dansje in de lucht. Na de storm was onze Banjer verandert in een camouflageboot.
Anders is het met golven die je zelf veroorzaakt. Veel sportboten hebben niet door dat ze golven veroorzaken en dat andere boten daar last van hebben. Met name die boten die net iets harder gaan dan ze mogen. Die golven zijn het ergste. Met een beetje pech rollen wij een paar keer zo heen en weer dat mijn glazen in het keukenkastjes vechten wie het beste is in tikkertje. En juist op mooie zomerse dagen is het water vol met dit soort boten.
Zo spraken wij een Duitse Doerakvaarder die (jawel) vanuit Duitsland hier naar toe gekomen was. De Randmeren, dat was niks. Zu viele Wellen (= golven), legde hij ons uit met een plat Keuls accent. Ik ben het niet met hem eens, maar kunnen wel wat rekening met elkaar houden op het water. En wil je echt hard varen, dan kun je je uitleven op één van de aangewezen snelvaarbanen bij Harderwijk.
